Aucuba-plantenverzorging: leer over de groeiomstandigheden van Aucuba
Japanse aucuba (Aucuba japonica) is een groenblijvende struik die 6 tot 10 voet (2-3 m.) lang wordt met kleurrijke, groene en geelgouden bladeren van wel 20 cm lang. De bloemen zijn niet bijzonder sierlijk, maar aantrekkelijke, felrode bessen vervangen ze in de herfst als een mannelijke plant in de buurt groeit. De bloemen en het fruit verschuilen zich vaak achter het blad. Aucuba maakt ook mooie potheesters of kamerplanten. Lees verder om meer te weten te komen over de verzorging van Aucuba japonica.
Hoe Aucuba-struiken te laten groeien
Aucuba-plantenverzorging is eenvoudig als u een goede locatie kiest. Hier is een lijst met ideale aucuba-groeiomstandigheden:
- Schaduw. Diepere schaduw betekent een helderdere bladkleur. Planten verdragen halfschaduw, maar bladeren worden zwart als ze te veel zon krijgen.
- Milde temperaturen. Japanse aucuba-planten overleven de winters in USDA-planthardheidzones 7b tot en met 10.
- Goed doorlatende grond. De ideale grond is vochtig met een hoog organisch gehalte, maar de planten verdragen de meeste grond, inclusief zware klei, mits goed gedraineerd.
Plant de struiken 2 tot 3 voet (0,5-1 m.) Uit elkaar. Ze groeien langzaam en het gebied kan er een tijdje dun uitzien als ze groeien om hun ruimte te vullen. Het voordeel van de langzame groei is dat de plant zelden gesnoeid hoeft te worden. Maak planten indien nodig schoon door afgebroken, dode en zieke bladeren en twijgen af te knippen.
Aucuba-heesters hebben een matige droogtetolerantie, maar groeien het best in vochtige grond. Geef vaak voldoende water om de grond matig vochtig te houden met koud water. Heet water uit een slang die in de zon is achtergelaten, kan de ziekte bevorderen. Verspreid een laagje mulch van 2 of 3 inch (5-7,5 cm) over de wortels om de grond te helpen vocht vast te houden en onkruid te voorkomen.
Hoewel ze zelden last hebben van insecten, zie je af en toe schubben. Kijk uit voor de verhoogde, bruine vlekken op de bladeren en stengels. Schaalinsecten laten afzettingen van kleverige honingdauw achter die besmet raken met zwarte roetige schimmel. U kunt een paar schildluizen verwijderen door ze met een vingernagel af te schrapen. Behandel besmettingen door de struik in het vroege voorjaar te besproeien met insectendodende zeep of neemolie voordat de insecten zich nestelen om hun harde buitenste schil te voeden en te ontwikkelen.
Notitie: Aucuba is giftig als het wordt gegeten. Plant geen aucuba in gebieden waar kinderen spelen.
Laat Een Reactie Achter